donderdag 15 januari 2015

4. Queso de Toledo de Lordi: Uno de los mejores quesos del mundo.

De Queso de Toledo (kaas uit Toledo, Spanje) is het resultaat van een experiment. Luister naar dit verhaal in deze video.

U kan deze kaas hier kopen.

woensdag 14 januari 2015

3. Waarom bevat mijn hertenworst spek van het varken?

Het hert in zijn natuurlijke habitat, is een dier dat constant in beweging is, dat veel ruimte nodig heeft om voldoende water en voedsel te krijgen. Deze voortdurende beweging heeft twee gevolgen: het grote aantal ongelukken wegens aanrijding met een hert die gebeuren in gebieden waar herten in overvloed zijn (in Los Yebenes is het niet moeilijk iemand te vinden wiens auto vernield is geweest door een springend hert). En verder dat hertenvlees zeer mager is, oftewel dat het weinig vet bevat.

Mensen die niet gewend zijn aan wild hertenvlees kunnen hierdoor een zekere taaiheid opmerken die niet gevonden wordt in ander vlees. Er zijn bovendien duidelijke verschillen naar geslacht en leeftijd. Het vlees van de mannetjes is harder dan dat van de vrouwtjes. Maar wat toch de meest de hardheid van de spieren beinvloedt is de leeftijd. 

Het vlees van een volwassen mannetje kan soms te stug zijn. Om die stugheid te voorkomen wordt spek van het varken toegevoegd aan het hertenvlees en het resultaat na het rijpingproces is de lekkere, smeuïge, zachte hertenworst waarvan u bij ons kunt genieten.


Deze spaanse lekkernij is te vinden in onze winkel.



zondag 11 januari 2015

2. De jacht.


Durf ik een potentieel controversieel onderwerp al aan te snijden? De jacht. In Castilla-La Mancha zijn veel jachtgronden (7 miljoen hectare!!). Men jaagt op herten, patrijzen, zwijnen, konijnen. Vossen geloof ik niet, want volgens mijn schoonvader is er geen dier dat een walgelijker smaak heeft. Met andere woorden: men jaagt om het vlees te eten, niet ‘voor de lol’.
Jagen is een heel dure aangelegenheid. Dat komt door het rechtssysteem, waarbij het recht van de jacht staat boven dat van het eigendom. Ongelofelijk niet? Mijn man vertelt dat hij een jager vroeg het terrein van zijn familie te verlaten, waarop de jager zei dat hij daar recht op had. Resultaat: nergens dieren meer te vinden, omdat iedereen alles maar afschiet dat in het vizier komt.

Behalve dat. Diegene die tenminste 250 hectare bezit een jaarlijkse vergunning kan aanvragen (indien op naam van 1 persoon), zodat zijn grond als ‘privé jachtterrein’ wordt bestempeld. Hij heeft dan de verplichting tenminste een maal per jaar een jacht te organiseren, maar mag dit ook vaker doen natuurlijk. In de praktijk betekent dit dat deze grondbezitters jachtpartijen organiseren waarbij ze deelname geld vragen, dat op kan lopen tot zo’n 6.000 Euro per dag per deelnemer. Ongeveer 200.000 van deze vergunningen worden jaarlijks uitgegeven.

Een dure aangelegenheid voor degene die geen grondbezitter is. Maar positief aan dit verhaal is dat er dus mensen zijn, die er veel moeite voor doen om de hertenstand (bijvoorbeeld) op hun terrein goed in evenwicht te houden. Zij zorgen ervoor dat het er goed toeven is, zodat het een populair jachtgebied blijft. De dieren zijn en blijven wild, worden niet gevaccineerd, krijgen geen antibiotica, of groeihormonen. En het dieet bestaat uit dat wat de dieren in de natuur eten, niet uit granen.

Resultaat: prachtig mooi donkerrood vlees, met een intense smaak, een hoog gehalte aan omega-3 vetten (itt de conventioneel gefokte dieren), die bekend staan om de positieve effecten op hart/vaten en hersenen, alsmede op de bloedsuikerspiegel. Ongelofelijk veel beter vlees dan het conventioneel gefokte, met name als het niet biologisch is.

Tot ons groot geluk betekent het ‘in stand houden’ van de hoeveelheid dieren in de praktijk meestal dat er dieren moeten worden afgemaakt. Dit om te voorkomen dat de dieren het land volledig kaal eten en daarna verhongeren. Hierdoor is hertenvlees makkelijk verkrijgbaar en meer dan redelijk in prijs, zeker gegeven de fantastische kwaliteit.

Mijn favoriet is ‘ciervo en adobo’, dwz, kleine gemarineerde hertebiefstukjes die je in 10 minuutjes om-en-om bakt. Dat is nog niet te vinden in onze webwinkel maar inmiddels kan u genieten van onzettend lekker herten- en everzwijnworst

zaterdag 10 januari 2015

1. Los Yébenes. De bakermat van Dulcinea - (h)eerlijk mediterraans.


Ver, heel ver hier vandaan. Ligt een klein dorp verscholen op de hoogvlakte van La Mancha, tussen eeuwenoude heuvels, wuivend graan en zwijgzame olijfbomen. Een beetje meer dan 6000 inwoners.

In de zomer zindert het van de hitte, in de winter zonnig maar met een ijskoude wind. Het kerkje op het plein heeft er meer meegemaakt dan we willen weten, goed en slecht. Heel wijs, levert het geen commentaar.

In deze blog vertel ik over de inwoners, hun manier van leven en mijn belevenissen daar.  Er zijn veel kleine ondernemers. Ik ben gepassioneerd over de prachtige producten die hier worden gemaakt en die, voor een deel, verklaren waarom het leven hier nog steeds zo goed is.

Iedereen maakt zijn eigen baan

Als je zelf op het platteland woont, herken je dit misschien meer dan de gemiddelde persoon die in de randstad woont. In de kleine dorpen van het Spaanse platteland zijn geen grote bedrijven aanwezig. Toch wonen en werken mensen soms hun hele leven op die plek, worden misschien zelfs rijk, maar in elk geval met bovengemiddelde levenskwaliteit. Het zijn lokale economietjes. Ik verkoop het brood aan jou en jij het vlees aan mij. Er zijn supermarktjes, maar die verkopen met name basisproducten. Voor echt lekker eten ga je naar de bakker, de slager en de groenteboer.

In het dorp van 6.000 inwoners, zijn er dan ook 3 slagers, 4 bakkers, 3 groenteboeren... Alweer ongeveer 50 mensen die zo te eten hebben.

Mijn schoonouders hadden een kledingzaak. Beetje winkel-van-sinkel wel. Dat wil zeggen, fournituren, onderkleding (bh’s, slips), maar ook tafellakens, handschoenen, sjaals, dames, heren en kinderkleding. En dat alles op 50 vierkante meter. Liep als een trein. Als je niet oppast is de winkel wel altijd open, want je hele familie woont ook in het dorp en je kan moeilijk tegen je nichtje zeggen als ze langskomt dat ze niet toch even die broek mag passen buiten openingstijd. Daar staat dan weer tegenover dat iedereen boven het werk woont (winkel beneden, woonhuis boven) en als de winkel leeg is belet niemand je vast even de snelkookpan op te zetten met de linzen voor het middagmaal. In een uitzonderlijk geval verpieteren de linzen uiteindelijk eenzaam en verlaten omdat de winkel plotseling volstaat.

Angelique.